De Bredase rechter was het niet eens met de argumenten van de speler
Een Nederlandse speler die tussen 2017 en 2021 ruim €94.000 verloor bij online casino Bwin heeft een rechtszaak aangespannen tegen de exploitant. Het argument van eiseres was dat het bedrijf geen vergunning had van de Kansspelautoriteit en zich niet aan zijn zorgplicht hield.
De speler stond erop dat de overeenkomst nietig zou worden verklaard. Er zijn al soortgelijke precedenten geweest in rechtszaken tegen PokerStars en Unibet. Een rechter uit Breda oordeelde dat een contract tussen twee partijen, gesloten voordat gokken in Nederland werd gereguleerd, geldig was.
Toen een speler in 2015 zijn Bwin online casino account aanmaakte en tussen 2017 en 2021 gokte, werd er geen wettelijke zorgplicht aan de exploitant opgelegd. Deze verplichting is pas in werking getreden met de goedkeuring van de wet op online kansspelen in 2021, die geen terugwerkende kracht kan hebben. Er werd echter opgemerkt dat Bwin hulpmiddelen aanbood zoals spellimieten, klantenservice en informatie over verantwoord gokken.
De rechter zei ook dat het verbod op het aanbieden van kansspelen zonder vergunning minder relevant is geworden als gevolg van sociale en technologische veranderingen in de afgelopen jaren. Deze wet werd in 1964 aangenomen en sindsdien zijn er geen aanpassingen meer aan gedaan. Dit voorkomt effectief dat exploitanten een online gokvergunning aanvragen.
Bovendien is het verbod om zonder vergunning te opereren volgens de rechter niet alleen bedoeld om spelers te beschermen. Het gaat ook om het reguleren van de markt en het voorkomen van fraude, wat betekent dat een overeenkomst tussen een speler en een exploitant die vóór de invoering van de regulering is gesloten, niet ongeldig kan worden verklaard.
Als argument voegde de rechter eraan toe dat Nederlanders ondanks het verbod altijd in online casino’s hebben gespeeld. Bovendien gaf toenmalig staatssecretaris Fred Teeven een paar jaar geleden toe dat ‘honderdduizenden Nederlanders online gokken’. “Hieruit volgt dat honderdduizenden Nederlanders gokken niet als verwerpelijk beschouwen”, voegde de rechter eraan toe.
Gebrek aan consistentie bij het volgen van regels
Volgens de rechtbank was de eerdere handhaving van de kansspelregels door de Nederlandse autoriteiten inconsistent. In 2011 werden Bwin en een aantal andere kansspelaanbieders gewaarschuwd hun activiteiten in Nederland stop te zetten. Het ministerie van Justitie en Veiligheid gaf later echter toe dat de uitspraak ten onrechte was uitgevaardigd en genegeerd moest worden.
In maart 2012 verklaarden vertegenwoordigers van Bwin tijdens een bijeenkomst met de staatssecretaris dat zij voorstander waren van regulering van de Nederlandse gokmarkt. De exploitant beloofde de regels na te leven en erkende zijn plicht tot voorzichtigheid. In juli 2012 prees de Kansspelautoriteit de prestaties van Bwin en merkte op dat de exploitant zich volledig aan de vastgestelde regels houdt.
In de zaak tegen Bwin hield de rechter uit Breda rekening met het feit dat de speler zich in 2015 bij online casino Bwin heeft aangemeld, maar in 2017 pas voor het eerst geld heeft ingezet. Er waren toen al een aantal regels voor illegale goksites, bijvoorbeeld een verbod op de .nl-extensie en het gebruik van de Nederlandse taal. In 2016 werd een wetsvoorstel goedgekeurd om online gokken in Nederland mogelijk te maken. Volgens de rechter voldeed Bwin aan alle gestelde regels, waardoor de staat haar activiteiten in Nederland goedkeurde.
Eerdere rechterlijke uitspraken tegen exploitanten
De overwinning van Bwin volgt op eerdere uitspraken van de Nederlandse rechtbank tegen PokerStars, eigendom van Flutter, en het door Kindred gerunde Unibet. Deze uitspraken verklaarden overeenkomsten tussen spelers en operators die vóór 2021 waren aangegaan nietig en bevalen bedrijven om spelers te compenseren voor alle verliezen.
De speler beweert dat de exploitant niet verantwoordelijk heeft gehandeld tegenover zijn klanten
De Nederlandse speler zei dat Bwin tussen 2017 en 2021 zijn spelers niet voldoende bescherming bood. Volgens eiser is er sprake van een grote schade van ruim € 94.000,- doordat de exploitant zijn verplichtingen niet is nagekomen. Zoals de rechtbank opmerkte, bestonden dergelijke regels destijds echter niet. De wet die exploitanten verplicht om te controleren of spelers verantwoord spelen, werd pas in 2021 aangenomen, toen Nederland gokken legaliseerde.
“Vanuit juridisch perspectief begon de verplichting om spelers te beschermen tegen buitensporige verliezen in april 2021. Er zijn dus gedurende vrijwel de gehele onderzochte periode geen illegale acties door Bwin gepleegd”, concludeert de rechter.
Bwin kan niet worden beschuldigd van nalatigheid
De scheidsrechter was het niet eens met de bewering van de speler dat de operator zijn zorgplicht niet was nagekomen. Bwin verstrekte de rechtbank de accountgegevens van de speler en merkte op dat de eiser in 2018 had gevraagd zijn account voor zes maanden te bevriezen. De exploitant voldeed aan het verzoek van de speler. Toen de speler na zijn terugkeer naar zijn toestand werd gevraagd, antwoordde hij dat alles in orde was.
De exploitant voorzag de speler onder meer van hulpmiddelen voor verantwoord gokken, waaronder de mogelijkheid om goklimieten in te stellen en een zelfuitsluitingsmogelijkheid. De speler ontving ook links naar een pagina voor verantwoord spelen met contacten van gespecialiseerde organisaties die hulp bieden, en kon contact opnemen met een 24-uurs ondersteuningsdienst.
Verantwoordelijkheid van de speler
Toen de speler zei dat Bwin zijn zorgplicht jegens hem had verwaarloosd, merkte de rechter op dat de beslissing om online te gaan gokken zijn eigen beslissing was en dat hij zijn uitgaven had kunnen beperken. Als een speler problemen had om zijn spelgedrag onder controle te houden, was het mogelijk om stortings- en inzetlimieten in te stellen. Bwin online casino heeft altijd effectieve hulpmiddelen geboden voor verantwoord gokken.
Hoewel het verzoek van de Nederlandse speler is afgewezen, heeft hij de mogelijkheid om in beroep te gaan. De rechter veroordeelde de eiser tot het vergoeden van de proceskosten ten bedrage van € 5.443.